Duelschieten is een sport waar het er om gaat om sneller dan de tegenstander een wapen uit een holster te trekken, te richten en te schieten. Uiteraard gebeurt dat niet zoals in het wilde westen tegenover elkaar, maar met behulp van een hiervoor bestemde installatie.
Er wordt geschoten met losse flodders op echte ballonnen
Als doel wordt er een ballon gebruikt, die op 3 à 4 meter afstand op heuphoogte staat opgesteld. Beide schutters staan tegenover een ballon. Na het commando 'schutters klaar', 'attentie', gaat er willekeurig na 1 tot 6 seconden een lamp branden (of van rood naar groen) waarna er zo snel mogelijk geschoten moet worden. Het treffen van de ballon wordt geregistreerd en de verstreken tijd tussen het gaan branden van de lamp en het treffen van de ballon wordt gemeten en weergegeven. De gemiddelde tijden die hierbij gemeten worden zijn zo'n 0,5 seconden, maar er zijn schutters die het sneller dan in 0,3 seconden kunnen. Een spannend gebeuren dus!
De wapens die gebruikt worden zijn veelal achterladers van het kaliber .45 of .44/40, maar ook voorladers worden gebruikt. Het is toegestaan om allerlei modificaties aan de wapens te hebben (dit moet natuurlijk wel binnen de door de wet toegestane kaders gebeuren!).
Als munitie wordt er gebruik gemaakt van vilten proppen die voorop een lading kruit wordt geperst. De proppen hebben nauwelijks massa en zorgen er dan ook alleen maar voor dat het kruit in de huls blijft zitten. De ballon wordt stukgeschoten met de gloeiende kruitkorrels die uit de 'losse flodders' komen. Op een grotere afstand dan een meter of drie, vier is het niet meer mogelijk om een ballon met deze 'munitie' stuk te schieten. Op deze manier is duelschieten een erg veilige sport.
Er wordt zowel met 1 als met 2 handen geschoten. Bij de éénhandige methode, ook wel thumbing genoemd, wordt het wapen met één hand uit het holster getrokken. Met de duim wordt de haan gespannen, waarna het schot gelost kan worden.
Bij de tweehandige (fanning of slapping) methode wordt het wapen met één hand uit het holster getrokken, waarna er met de andere hand over de haan wordt geslagen (fanning), terwijl vinger de trekker reeds heeft aangetrokken. Bij deze methode wordt de hand waarmee de haan wordt bediend vaak beschermd door een leren 'handschoen'.
De wedstrijden spelen zich meestal af tijdens de zogenaamde 'western weekends', waar het meteen een leuke publiekstrekker is.
Tijdens een wedstrijd schieten alle schutters tegen elkaar in een matrix. Aan het einde worden alle gewonnen duels geteld en de schutter met de meeste treffers heeft gewonnen.
Als er meerdere schutters zijn met dezelfde score, wordt er een 'shootout' geschoten waarbij bepaald wordt wie de uiteindelijke winnaar is.